Genesis 29:6

SVVoorts zeide hij tot hen: Is het wel met hem? En zij zeiden: Het is wel; en zie, Rachel, zijn dochter, komt met de schapen.
WLCוַיֹּ֥אמֶר לָהֶ֖ם הֲשָׁלֹ֣ום לֹ֑ו וַיֹּאמְר֣וּ שָׁלֹ֔ום וְהִנֵּה֙ רָחֵ֣ל בִּתֹּ֔ו בָּאָ֖ה עִם־הַצֹּֽאן׃
Trans.wayyō’mer lâem hăšālwōm lwō wayyō’mərû šālwōm wəhinnēh rāḥēl bitwō bā’â ‘im-haṣṣō’n:

Algemeen

Zie ook: Rachel, Schapen

Aantekeningen

Voorts zeide hij tot hen: Is het wel met hem? En zij zeiden: Het is wel; en zie, Rachel, zijn dochter, komt met de schapen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֥אמֶר

Voorts zeide hij

לָ

-

הֶ֖ם

-

הֲ

-

שָׁל֣וֹם

tot hen: Is het wel

ל֑

-

וֹ

-

וַ

-

יֹּאמְר֣וּ

met hem? En zij zeiden

שָׁל֔וֹם

Het is wel

וְ

-

הִנֵּה֙

en zie

רָחֵ֣ל

Rachel

בִּתּ֔וֹ

zijn dochter

בָּאָ֖ה

komt

עִם־

met

הַ

-

צֹּֽאן

de schapen


Voorts zeide hij tot hen: Is het wel met hem? En zij zeiden: Het is wel; en zie, Rachel, zijn dochter, komt met de schapen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!